Dag 1 | Vlucht Schiphol - Antananarivo | |||
Dag 2 | Antananarivo | |||
Dag 3 | Vlucht Morondava, reis Belo sur Tsiribihina | |||
Dag 4 | Reis Bekopaka, Tsingy de Bemaraha | |||
Dag 5 | Tsingy de Bemaraha, Grands Tsingy | |||
Dag 6 | Reis Baobab Avenue, Morondava | |||
Dag 7 | Morondava, vlucht Antananarivo | |||
Dag 8 | Ambohimanga, Vlucht Toliara, reis Ifaty | |||
Dag 9 | Ifaty | |||
Dag 10 | Reis Ifaty - Ranohira | |||
Dag 11 | Trek Isalo NP | |||
Dag 12 | Trek Isalo NP | |||
Dag 13 | Reis Ranohira - Ihosy - Ambalavao | |||
Dag 14 | Anja Reserve, reis Fianarantsoa | |||
Dag 15 | Trek Ilalazana en Fianarantsoa | |||
Dag 16 | Trein Fianarantsoa - Manakara | |||
Dag 17 | Reis Manakara - Ranomafana | |||
Dag 18 | Ranomafana | |||
Dag 19 | Reis Ranomafana - Ambositra | |||
Dag 20 | Trek Antoetra - Sakaivo | |||
Dag 21 | Reis Ambositra - Andasibe | |||
Dag 22 | Andasibe NP | |||
Dag 23 | Andasibe NP | |||
Dag 24 | Reis Andasibe - Antananarivo - Schiphol | |||
Proloog |
||
- Indri Indri, Andasibe Parc National |
||
Madagascar, waar ligt dat eigenlijk? En waarom gaan
jullie eigenlijk naar Madagascar?
Deze vragen werden bij onze eerdere reizen eigenlijk nooit gesteld (met uitzondering van Patagonië misschien) maar bij Madagascar wel. Toch is het antwoord erg simpel; omdat het zo'n bijzonder land leek, en ook daadwerkelijk bleek te zijn. Het is moeilijk het "bijzondere" van Madagascar even snel samen te vatten, omdat het met zo weinig te vergelijken is. Om toch een poging te doen: Madagascar heeft geen groot wild, geen betrouwbaar vervoer en geen haast. Madagascar heeft wél een vriendelijke en intrigerende bevolking, bizar mooie natuur en hele schattige lemurs! |
||
Dag 1 Vlucht Schiphol - Antananarivo |
||
- Antananarivo |
||
Eigenlijk begint ons avontuur in Madagascar op dag -2, als
ik per toeval 72 uur vantevoren zie dat Air Madagascar onze vlucht naar
Morondava heeft geschrapt en 24 uur vervroegd heeft. Geen mailtje
of smsje, niets. Probleem, probleem, want dan zijn we nog niet eens in
Madagascar aangekomen! Strike one voor Air Madagascar dus. Fijn dat
ik de dag voor vertrek nog mag besteden aan het omboeken naar een vlucht
op dag 3, terwijl Anne vanuit Nederland ons vervoer vanuit Morondava naar
Bemaraha probeert te regelen. Dat hadden we eigenlijk in Morondava zelf
willen regelen (meestal beter en goedkoper), maar in plaats daarvan zijn
we nu genoodzaakt alle buffers op te geven en krap te plannen. We hebben
namelijk de vlucht op dag 7 naar Toliara ook al geregeld en móeten voor
die tijd weer terug in Morondava zijn. Gelukkig regelt Cheaptickets het
omboeken snel en gratis (in zo'n geval is een beetje reclame op z'n
plaats, toch?) Deze keer rekenen we op een makkelijke heenreis; 1 stop in Parijs, totale vluchtduur ongeveer 16 uur én maar 2 uur tijdsverschil. Een eitje vergeleken met sommige vreselijke reizen uit het verleden (Cusco-Schiphol: 42 uur). En zowaar loopt alles ook redelijk als gepland. Om 11 uur 's avonds landen we in (An)tana(narivo). Alleen nog even langs de douane en dan lekker slapen! Dat "even" blijkt 2 uur te duren... Er zijn 3 loketjes bezet; 1 voor Malagasy burgers (2 passagiers), 1 voor buitenlanders met visum (10 passagiers) en 1 voor buitenlanders zonder visum (248 passagiers). Je zou denken dat die 2 loketten hun drukke collega te hulp schieten nadat ze in 2 minuten hun klanten weggewerkt hebben, maar niets is minder waar. Men peutert vrolijk de neus leeg, terwijl De Horde het eenzame loketje belaagt. Dit leidt tot anarchie, want rijen zijn er niet en iedereen is te moe om netjes zijn beurt af te wachten. In het loketje zit men als in een Disney film de paspoorten te verwerken: eentje neemt ze aan, de tweede zoekt de juiste pagina, de derde tikt afwezig wat op een computer, de vierde stempelt wat en de vijfde geeft het weer terug. Ze fluiten er nog nét niet bij... Men neemt dit werk zo serieus dat je gezicht niet wordt vergeleken met het paspoort; blind stempeltjes zetten is kennelijk controle genoeg. Een Russische passagier, model Kozak, denkt het systeem te kunnen omzeilen en probeert zich langs het visum-loket te bluffen met de ik-spreek-alleen-maar-Russisch-en-jullie-zitten-hier-toch-niets-te doen-Act. Na 3x te zijn teruggestuurd geeft hij het op en gaat letterlijk als een klein kind in een hoekje zitten mokken. Welkom in Afrika. Gelukkig weten we dat ons hotel maar 1 kilometer van het vliegveld af ligt en laten we ons niet te zeer het vel over de neus halen door de taxichauffeur als hij met zijn kaartje met "officiële" prijzen wappert (en ons hier 15 euro voor wil laten dokken). |
||
Dag 2 Antananarivo |
||||
- Antananarivo |
||||
Dankzij Air Madagascar brengen we de volgende dag verplicht
in Tana door. Tana is als veel andere hoofdsteden chaotisch en
smog-gevuld. We laten ons afzetten bij het Rova, het paleis van het
Merina-koningshuis dat boven op een heuvel ligt en vanaf waar je het
centrum goed kunt bewonderen. Helaas zijn de herstelwerkzaamheden nog
(steeds) niet afgerond en kunnen we er niet in. Het nieuwere paleis van
koningin Ranavalona is een museum ingericht waar we voor het eerst kennis
maken met dit belangrijke deel van de Malagasy cultuur. Het museum is zo
klein dat je er niet te lang mee kwijt bent; perfect als "tussendoortje".
Bij de uitgang moeten we ons kaartje weer inleveren bij de suppoost;
waarschijnlijk zodat hij ze nog een keer kan verkopen en het geld in z'n
eigen zak kan steken.
De aanwijzingen in onze reisgids zo goed mogelijk opvolgend hobbelen we richting Lac Anosy in het midden van de stad. Het verbaast ons hoe weinig toeristen (lees: blanken) je ziet. Heel anders dan we gewend zijn. We worden ook regelmatig aangesproken door mensen die zéer toevallig net morgen naar onze bestemming toe blijken te gaan en nog wel wat mensen mee kunnen nemen! Jaha, de wereld hangt van toeval aan elkaar! Wel zien we enkele blanke mannen door de stad lopen die gisteren tegelijk met ons aankwamen in Madagascar. Koud 16 uur in het land lopen ze al innig met een - schijnbaar - plaatselijke schone rond. En niet alleen in Tana; vooral op de toeristische hotspots zien we Westerse mannen die uitgezwaaid worden door kortstondige scharrels of (veel te intiem naar Malagasy normen) flikflooiend in het openbaar zitten. Sextoerisme is een groot probleem in Madagascar, al lijkt de overheid in ieder geval voornemens het misbruik van minderjarigen aan te pakken door te dreigen met forse gevangenisstraffen. |
||||
Lac Anosy met zicht op het Rova |
Het Rova |
|||
Op een soort veranda bij een blanken-hotel vinden we eindelijk een rustig plekje waar we kunnen zitten zonder dat we ons naast een open riool bevinden of om de 30 seconden lastig worden gevallen door verkopers of wannabe-gidsen. Bij het zoeken van een restaurantje merken we dat onze reisgids uit 2009 hopeloos achterhaald is; sinds de coup is er zoveel veranderd! Het zal niet de laatste keer zijn dat we hier last van hebben. |
||||
Dag 3 Vlucht Morondava, reis Belo sur Tsiribihina |
|||||
- Baobabs in de mist, Morondava. |
|||||
Heel vroeg worden we door de shuttle van het hotel Auberge
du Cheval Blanc keurig op het vliegveld afgezet. De vlucht vertrekt op
tijd en om 7:00 naderen we Morondava! Zou het dan nu wel goed gaan? De
eerste keer zie ik het vliegveld duidelijk liggen, maar als de piloot om
onbekende reden een bochtje maakt en opnieuw wil landen hangt er ineens
net boven de landingsbaan wat mist... Na nog 1 poging besluit de piloot om
eerst naar Toliara te vliegen en het daarna pas weer in Morondava te
proberen. Uiteindelijk zijn we meer dan 3 uur te laat als het vliegtuig
eindelijk in Morondava tot stilstand komt. Gelukkig hebben we de gids voor onze tour naar Bemaraha kunnen bellen en is hij blijven wachten op ons. Hij heeft slecht nieuws; we kunnen door de vertraagde vlucht niet meer voor het donker tot in Bemaraha komen en moeten halverwege stoppen en overnachten. Een halve dag Tsingy à 125 Euro gaat in rook op... Bedankt Air Madagascar! Strike two... In het gebied rond Morondava zijn een paar bijzondere plekken te zien die ons zeer karakteristiek voor Madagascar lijken: Avenue du Baobab en de Tsingy de Bemaraha. De Tsingy liggen "slechts" 200 kilometer van Morondava af, maar vanwege de helse wegen duurt dit ongeveer 10-12 uur. Je kunt per camion-brousse of zelfs zebu-kar, maar het gros van de toeristen gaat per tour over de Tsiribihina rivier of met 4WD. Hotel "Chez Maggy" heeft ons in contact gebracht met Michel, een oude rot in het vak die samen met zijn buddy François toeristen door heel Madagascar rondrijdt. |
|||||
Met Michel op weg |
Baobabs in love |
Oeps... |
Voetbal kijken - Belo |
||
Tot aan de Tsiribihina rivier gaat het redelijk gesmeerd, maar bij de oversteek dondert een taxi-brousse bijna van het pontje af omdat de rail waar de afrijplank aan vast zit afbreekt. Niet verwonderlijk als we een paar dagen later zien hoe provisorisch het weer gerepareerd is... Heel voorzichtig stut men het busje en krijgt men het na anderhalf uur heelhuids de oever op. Het is 2 uur 's middags als we in Belo sur Tsiribihina aankomen. We zijn pas op de helft van de reis, maar omdat de weg de tweede helft zo ontzettend slecht is durft Michel niet verder. Stel je voor dat je in het donker vast komt te zitten... We nemen een kamer in Hotel Karibo en lopen het stadje in. Voor het eerst merken we wat het betekent om Vazaha (blank) te zijn. Met een mengeling van verwondering en vriendelijkheid worden we elke drie tellen op onze huidskleur gewezen. Regelmatig worden we zelfs ronduit uitgelachen om iets wat we doen of hebben... Nee, de omgeving op je in laten werken en als de spreekwoordelijke "vlieg op de muur" kennis te nemen van een andere cultuur is er niet bij. Zodra je je witte neus om de hoek steekt, verander je de omgeving. Het is iets waar ik de hele vakantie geregeld diep over moet zuchten; ik zie prachtige dingen en taferelen, maar voordat ik er echt van kan genieten of een foto van kan maken, heeft men mij in de smiezen en zijn de rollen omgedraaid. De toerist wordt de attractie! |
|||||
Dag 4 Reis Bekopaka, Tsingy de Bemaraha |
||||||
Om ondanks de vertraging toch nog vandaag te kunnen hiken in het Parc National Tsingy de Bemaraha vertrekken we 's ochtends vroeg. Bij het eerste ochtendgloren scheurt onze Landcruiser langs kuddes zebu en boeren op weg naar hun akkers. De vaart zit er goed in, maar dat is van korte duur; net als gisteren vallen de remmen rechts uit. Michel weet wat voor beproevingen er nog komen en dat hij daar de remmen hard bij nodig heeft. | ||||||
- Zebu |
||||||
Aan de kant van de weg maken we kennis met de Afrikaanse manier van repareren; hergebruiken tot het van ellende uit elkaar valt, waarna je het meest kapotte onderdeeltje vervangt door een ander zesdehands onderdeel dat je ergens al jaren bewaart. Een goedkope methode, maar de reparaties zijn helaas niet zo betrouwbaar. Na bijna twee uur onder de auto liggen geeft Michel het op; hij kan het missende onderdeel niet bij elkaar improviseren. Dan maar verder zonder remmen rechts... In een dorpje verderop weet Michel wel de benodigde spulletjes bij elkaar te scharrelen; een stuk spijker en een stukje touw. Macgyver is er niets bij! Het dorpje stelt verder niets voor; 7 strooien Sakalava hutjes midden op de savanne met allemaal kinderen die erom heen rennen, maar toch weet Michel ergens een fles THB bier vandaan te toveren. Hij staat op het punt om het bier als alternatieve remvloeistof te gebruiken, als een passerende collega-gids nog een flesje echte remvloeistof bij zich heeft. |
||||||
Behamotra |
Behamotra |
Eindelijk: de Manambolo rivier! |
Petits Tsingy |
Petits Tsingy |
||
Michel heeft niet overdreven; de laatste 25 kilometer naar de Manambolo rivier zijn ongelofelijk slecht. Het blijkt dat vorige week nog andere 4WD onverrichter zake om hebben moeten keren... April is duidelijk het onbetrouwbare beginnetje van het seizoen; wie in deze weken reist kan maar beter veel extra ruimte in het reisschema inbouwen voor onvoorziene omstandigheden. Michel stapt regelmatig uit om eerst blootsvoets de diepte en layout van poelen op de weg te keuren en dankzij zijn kunsten komen we om 2 uur 's middags alsnog in Bemaraha. We kunnen het niet maken om nu niet te gaan hiken :). Snel de bagage dumpen en op naar het Ranger Station! Anders dan bijvoorbeeld in de VS, is informatie over de Nationale Parken schaars. Dit heeft er waarschijnlijk ook mee te maken dat veel, zo niet alle, activiteiten in de parken uitsluitend onder begeleiding van een gids zijn. Héél anders dan we gewend zijn; met name ik moet eraan wennen om niet mijn eigen tempo te kunnen bepalen. Het wordt ook snel duidelijk dat men verwacht dat je de planning direct overgeeft aan elke willekeurige Malagasy die (gebroken) Frans spreekt en part-time er een beetje bij-gidst. De Tsingy zijn zo'n belangrijk onderdeel van onze Madagascar ervaring dat we hierover thuis zo veel mogelijk informatie hebben gezocht. Mede daardoor zijn we in staat Ranovelo precies uit te leggen wat we willen zien; zelfs in het Ranger Station krijg je maar matige voorlichting over wat nou precies waar te vinden is. Zoals bijna overal in Madagascar zijn de toegangsprijzen in dit nationale park voor buitenlanders grofweg 10x hoger dan wat een local zou betalen. Anders dan in Argentinië hebben we daar hier niet zoveel moeite mee; het welvaartsniveau ligt zover uit elkaar dat een beetje gringotax helemaal zo gek niet is. Onder begeleiding van Ranovelo gaan we naar het "Circuit Manambolo" in de Petits Tsingy, het deel van het park waar de Tsingy "slechts" 15 meter hoog zijn. Veel tours, met name de Tsiribihina rivier-tours, doen de Tsingy slechts kort aan en beperken zich tot de Petits Tsingy. We kijken onze ogen uit, als elke bocht en elke klim nieuwe ontzettend mooie doorkijkjes en vergezichten oplevert. Dat belooft wat voor morgen! |
||||||
Dag 5 Tsingy de Bemaraha, Grands Tsingy |
||||||
- Circuit Andadoany, Grands Tsingy. |
||||||
Voor vandaag hebben we zelf een ambitieus programma
bedacht; 's ochtends eerst het circuit Andadoany (waar de meeste toeristen
naar toe gaan) en 's middags het circuit Ankeligoa. Als je er twee uur bij
optelt voor het heen en terug rijden met de 4WD kan het nét voor het
donker wordt. We trekken onze klimharnasjes aan en volgen Ranovelo het Tsingy woud in. Het verschil tussen de Grands en Petits Tsingy is direct duidelijk; alles is groter, hoger, scherper en dieper. We klauteren door grotten en nauwe spleten dat het een lieve lust is. Als we eenmaal het "dak" van de tsingy bereiken, ongeveer 50 meter boven het diepste punt, worden we op een adembenemend uitzicht getrakteerd! Helaas kunnen we niet overal zo lang blijven als we willen, aangezien we ook nog een andere trail willen lopen. |
||||||
Andadoany |
Ankeligoa |
Panorama! |
Ankeligoa |
Decken's Sifaka |
||
Na een stevige lunch worden we door Michel bij de start van Ankeligoa afgezet. Het is bijzonder hoe verschillend ook dit deel weer is; zo hoog en scherp als de afzonderlijke pieken hier zijn hebben we ze nog niet gezien. Het lijken wel miljoenen zwaarden die naar boven steken. Het Malagasy werkwoord tsingy tsingy betekent "op je tenen lopen"; iets wat verstandig lijkt gezien de messcherpe rotsen. Vanuit dit deel hebben we het mooiste uitzicht van de dag, over het labyrinth van tsingy en bomen. Als we goed kijken, zien we zelfs wat schattige Decken's Sifaka's door de bomen springen! Het wekt onze verbazing als we horen dat er op dit moment maar 10 of 20 toeristen dit gigantisch grote park aanwezig zijn. Het schijnt dat het Tsingy de Bemaraha per jaar meestal slechts 6000-8000 bezoekers trekt en dat dit aantal sinds de staatsgreep in 2009 nog steeds niet terug op dit niveau is. Het maakt onze ervaring van dit unieke park tot een hele intieme, maar voor de regio is het natuurlijk erg belangrijk dat de aantallen weer wat aantrekken. |
||||||
Dag 6 Reis Baobab Avenue, Morondava |
||||||
Michel weet inmiddels hoe graag we de zonsondergang bij
Baobab Avenue willen meemaken en hij drukt 's ochtends het gaspedaal
stevig in. Relatief dan, want eerst moeten we weer dat bar
slechte deel dat voor weg moet doorgaan door zien te komen. Maar, deze keer geen panne
voor onze expeditie! Als Michel dan ook nog een USB stickje met Malagasy
smartlappen op zet, hobbelen en schudden we al meezingend over de savanne. Rond 4 uur komt Baobab Avenue dan eindelijk in zicht. Gehaald! We waren er op de heenreis al heel even gestopt (waarschijnlijk omdat Michel er rekening mee hield dat we het op de terugreis niet zouden halen...), maar in het namiddaglicht is het nog veel mooier. Een nadeel is wel dat het ineens "stikt" van de toeristen! Het zijn er niet eens zoveel, maar toch is het verassend wat de impact op de omgeving is. Anders dan in alle dorpjes die we in deze streek zagen, zijn de locals die zich hier rond zonsondergang ophouden aardig commercieel ingesteld. |
||||||
Behamotra |
Les Rois des Baobabs |
|||||
Gelukkig doet het niets af aan het prachtige, magische geheel van de galerij van grote baobabs die langzaam steeds roder ingekleurd wordt door de zonsondergang. Ook in het zogenaamde "blauwe uurtje", nadat de zon al ondergegaan is, zien we de mooiste dingen. Tja, en toen waren we eigenlijk al klaar in Madagascar, toch? Baobabs...check! Lemurs...check! Tsingy...check! Cultuurshock...check! |
||||||
Dag 7 Morondava, vlucht Antananarivo |
||
's Ochtends worden we wakker in een van de cabanas van Chez
Maggie in Morondava, nog nagenietend van het krabdiner van gisteravond, en
kunnen we voor het eerst echt even "bijkomen" van de mooie dingen die al
we hebben meegemaakt. Dankzij Air Madagascar kunnen we daar lekker lang
van genieten, want ook onze vlucht van Morondava naar Tana is 24 uur
vantevoren een halve dag uitgesteld. Hierdoor missen we dus ook onze
connecting flight van Tana naar Toliara en moeten we wéér een hele dag in
Tana doorbrengen... Strike three, you're out! Even zonder gekheid; elke luchtvaartmaatschappij heeft wel eens vertraging, daar kun je soms niet eens zoveel van zeggen. Zo werkt dat nou eenmaal. Maar, we zijn tot 3x toe dusdanig benadeeld door AirMada dat we - in my humble opinion - het recht op klagen verworven hebben. Onze tip: vermijd als het even kan vliegen binnen Madagascar; onbetrouwbaar, slecht voor het milieu, duur én ik heb schroefjes los zien zitten! We ontbijten uitgebreid, halen 2,5 miljoen bij de bank en dobberen wat in het zwembad, tot het tijd is om naar het vliegveld te gaan. Met de mogelijkheid van het overboekt zijn van de vlucht in het achterhoofd, zijn we de eersten die voor de incheckbalie wachten. Niet dat een dagje extra in Morondava zo'n straf zou zijn, maar we willen vooral snel van Air Mada af zijn! Een paar uurtjes later landen we op het regenovergoten Tana en gaan we maar weer naar Auberge du Cheval Blanc. |
||
Dag 8 Ambohimanga, Vlucht Toliara, reis Ifaty |
|||||
Om van de nood van deze extra Tana-dag een deugd te maken, hebben we
een uitstapje naar Ambohimanga bedacht. Dit is de heuvel ten noorden van
Tana waar de eerste koningen van de Merina-dynastie woonden en is een
UNESCO site vanwege de grote culturele waarde. Na de
kakofonie en luchtvervuiling van Tana is de omgeving
van Ambohimanga een oase van rust. Het paleis ligt boven op een van de hoge
heuvels en doet me een beetje denken aan een speelgoed-kasteel;
super-compact en compleet. Kennelijk was koningin Ranovalona I destijds
niet meer tevreden met dit paleis en werd het Rova in Tana het officiële
koninklijke optrekje.
Persoonlijk denk ik dat als er nu nog een Merina-koning op de troon zou
zitten, hij/zij de chaos van de hoofdstad meteen zou ontvluchten en terug
zou verhuizen! Vooral het oude houten 1-kamerpaleis van de eerste koning Andrianampoinimerina (dat is, geloof het of niet, de sterk afgekorte versie van zijn naam) is mooi om te zien; het ligt midden in de compound, omgeven door gebouwen van latere koningen. Zoals op wel meer plekken in Madagascar lopen er hier veel gidsen en "gidsen" rond. Na de afgelopen dagen willen we eigenlijk weer eens iets zonder gids ontdekken, dus we slaan alle aanbiedingen af. Voor sommige ijverige mannetjes is zelfs "non merci" niet duidelijk genoeg, maar uiteindelijk slagen we er in de cultuurbarriere te doorbreken en laat men ons met rust. Toerisme is in Madagascar een erg gewilde branche om in werkzaam te zijn; de lonen liggen een aantal keer hoger dan die van veel andere beroepen. De officiële beroepsgidsen, bijvoorbeeld die in de nationale parken, zijn meestal uitgebreid opgeleid en weten aardig wat te vertellen. Bij de officieuze weet je het maar nooit; het frans is meestal comme ci comme ça en het overdragen van informatie blijkt dan ook een kunst te zijn die niet iedereen verstaat. We zijn duidelijk niet de enige die Ambohimanga de moeite waard vinden. We zien regelmatig busjes met kleine groepjes blanken of Aziaten vergezeld van een Malagasy gids de heuvel op tuffen en een uurtje later weer naar beneden gaan. We hebben alle tijd tot onze vlucht om 18:00 vertrekt, dus we slenteren wat door het dorpje dat wat lager ligt en kopen er wat spullen om als lunch te eten. Hier kun je ook de poort bewonderen die bij onraad afgesloten werd doordat slaven er een soort grote stenen pannenkoek voor rolden (zie het bankbiljet van 200 Ariary). |
|||||
Ambohimanga - Rova |
Gebouw van Adrianampoini-merina |
Rova |
Omgeving van Ambohimanga |
||
Onze chauffeur probeert nog Ar 20.000 voor zichzelf bij de prijs te bluffen als hij ons afzet op het vliegveld, maar daar trappen we niet in. Geheel in stijl weet Air Mada ook deze vlucht weer anderhalf uur te vertragen, maar uiteindelijk landen we dan in Toliara. Gehaald! We pinken geen traantje weg als we afscheid nemen van Air Madagascar. We zagen de bui voor vanavond al een beetje hangen; het is inmiddels zo laat dat er geen openbaar vervoer meer naar Ifaty gaat. Dit vissersdorpje ligt ongeveer 20 km ten noorden van Toliara en de weg heeft een bijna net zo legendarisch slechte naam als de "weg" naar de Tsingy. We komen er al snel achter dat de hotels in Ifaty een on-Malagasy hoge prijs rekenen voor een pick-up van het vliegveld; wel Ar 120.000 (30-35 euro)! Uiteindelijk besluiten we dan maar om op goed geluk in Toliara een lift naar het noorden te zoeken. Bij de baggageband op het vliegveld raak ik - niet geheel toevallig - aan de praat met Neil, een Australiër die de afgelopen 30 jaar door heel Afrika mijnbouw-operaties heeft opgezet. En wat denk je; hij heeft al een transfer naar zijn hotel in Ifaty. Tuurlijk mogen we meerijden! Onderweg leren we van Neil de fijne kneepjes van het mijnbouwvak en vertelt hij dat morgen een delegatie van zijn bedrijf een rijke Europese investeerder in het hotel zal ontvangen die per privé-jet van Marseille naar Toliara vliegt. Dat belooft wat voor het hotel waar we terecht gaan komen... Het blijkt het "Les Dunes d'Ifaty" te zijn; een van de duurste hotels in Ifaty. Ai. We nemen maar een kamer; het is al laat, het dichtstbijzijnde hotel ligt op een paar kilometer afstand en we zijn moe. Wel een beetje banaal om een kwart Malagasy-jaarsalaris voor 1 overnachting af te tikken. Het personeel is duidelijk geen stoffige backpackers gewend, wat misschien ook de reden is dat niemand knipmest om onze bagage te dragen (waar we meestal toch niet op ingaan). Checkout tijd is gek genoeg al om 10:00; ons duurste hotel in Madagascar is meteen ook het minst mora mora... |
|||||
Dag 9 Ifaty |
|||||
- Zonsondergang, Mangily |
|||||
Ifaty en Mangily zijn 2 arme en eenvoudige vissersdorpjes ten noorden van Toliara. Er ligt een rif een paar kilometer uit de kust en de plaatselijke vissers varen dagelijks in hun pirogues uit om in het ondiepe water vis te vangen. Dit doet men echter zo intensief dat de visstand problematisch laag is. Ook in het achterland is de impact van al die mensen merkbaar; het regent er zelden en alles groeit langzaam; te langzaam om bijvoorbeeld duurzaam in de behoefte aan brandhout te voorzien. Het is een arme streek. | |||||
Visser, net terug van z'n werk |
Zo gaat het de hele dag door... |
Spiny Forest |
|||
Tussen het dorp en het strand in ligt een lang parelsnoer van hotels. In een regio waar de mogelijkheden om in het levensonderhoud te voorzien door de droogte zo beperkt zijn, vormen al die toeristen een belangrijke potentiële inkomstenbron. En dat is te merken ook. Nergens komen we zo veel en zo hardnekkige verkopers tegen als hier. Het is nog nét geen hoogseizoen, dus de verkopers zijn letterlijk in de meerderheid. Gemiddeld worden we vandaag elke 90 seconden benaderd/lastig gevallen door iemand die 1) pareo's (omslagdoeken) 2) excursies naar het spiny forest 3) massages 4) pirogue tripjes 5) duiktochten 6) kettingen verkoopt. Het maakt niet uit of je ligt te slapen in je persoonlijke hangmat, in zee zwemt, naar de zonsondergang kijkt of even je hoofd om de deur van de hotelkamer steekt; elke blanke is vogelvrij om altijd en overal benaderd te worden met het zoveelste "interessante aanbod". Alleen bij Chez Cécile blijven de verkopers op afstand en kunnen we gewoon even zitten. Een tripje naar het Spiny Forest is het enige dat we afnemen bij de verkopers. Dit is een soort vlakte landinwaarts met bizarre baobab- en andere boomsoorten waar je meestal per zebu-kar naar toe vervoerd wordt. Na Baobab Avenue moet een baobab van goede huize komen om indruk te maken, maar het is zeer zeker een bijzonder landschap. |
|||||
Dag 10 Reis Ifaty - Ranohira |
||
Veel hotels zijn voor hun electriciteit afhankelijk van
aggregaten die op dure diesel draaien. Daarom is de electriciteit bij veel
hotels na 10 of 11 uur 's avonds uitgeschakeld tot de volgende avond. Als
we die ochtend om 5 uur opstaan, moet alles bij het licht van een
hoofdlampje en smartphone. We lopen bij het eerste zonnegloren naar het pleintje in Mangily en wachten op de taxi brousse. Het is kennelijk vooral bij deze taxi brousse-"verbinding" en om deze tijd van de dag uitzonderlijk dat er vazaha meereizen, want we worden nog meer dan anders aangestaard en uitgelachen. We zijn na 90 minuten hobbelen bijna in Toliara, als Anne plotseling rechtop gaat zitten en zegt: "De Malarone!" Die hebben we bij het inpakken in het donker in de hotelkamer laten liggen! Bij de eerste mogelijkheid spring ik uit de camion brousse en wordt gelukkig niet lang daarna opgepikt door een vol pickupje dat weer terug richting Mangily gaat. Hilariteit (bij mijn passagiers) alom. Weer 90 minuten later kom ik aan bij het hotel en leg de situatie uit. Natuurlijk weet niemand ergens van, is de kamer al schoon en heeft de schoonmaakster niets gevonden. Non monsieur... Onzin; we wisten inmiddels precies waar we het hadden laten liggen, maar als iedereen stommetje speelt doe je er niet zoveel aan. Als ik de eigenaar dan in 2e instantie verklap dat het om Malarone gaat, neemt hij het helemaal niet meer serieus. In dat geval kán het niet gestolen zijn zegt hij; in Madagascar wordt Malarone helemaal niet gebruikt door de locals, veel te duur. Nee, ik moet maar ergens wat plaatselijke profylaxe halen. En er komt hier sowieso geen malaria voor. Jaa ja... Niet geheel blij ga ik maar weer naar de hoofdstraat in Mangily waar de pickup me af heeft gezet en ga aan de kant wachten op de volgende taxi brousse richting Toliara. Het duurt ongeveer een half uur vol nawijzen, uitlachen en een huwelijksaanzoek voordat ik eindelijk een beetje genegeerd wordt. Na wat rondvragen kom ik erachter dat het nog een paar uur duurt voor de volgende taxi brousse komt en probeer ik alternatief vervoer te regelen. Een Italiaans echtpaar en hun gids zijn zo vriendelijk om me mee te nemen, Anne op het taxi-brousse station van Toliara op te halen en ons af te zetten in de stad! |
||
- Zonsondergang op de savanne, Toliara |
||
En dan moeten we wéér wachten. De taxis-brousses van Toliara naar Ranohira vertrekken allemaal pas om 14:00 (daadwerkelijk vertrek 16:00) en er is er geen een die in de tussenliggende uren het "gat in de markt" vult. Zo maken we vandaag het taxi brousse systeem in al haar glorie mee. Uiteindelijk is het 20:00 als we in Ranohira aankomen. Het openbare leven in Madagascar eindigt abrupt als de zon zo rond 18:00 ondergaat, wat in dit geval donkere straten, gesloten restaurantkeukens en een lichte mate van desoriëntatie met zich meebrengt. Het eerste hotel waar we tegenaan lopen is Berny, waar we een schone luxe kamer in een soort Middeleeuwse kasteel slash kerker nemen. Er zijn ook allemaal mannetjes die ons, zodra we onze blanke neuzen laten zien, belagen met aanbiedingen om treks door Isalo te regelen. Een van hen claimt zelfs de president van de gidsvereniging te zijn. Oh, en Momotrek is gesloten. Dit patroon komt ons erg bekend voor; de concurrentie is wel vaker nét op dat moment gesloten/failliet/afgebrand/variant hierop. We gaan lekker zelf zoeken en komen al snel uit bij Momotrek, dat wonder boven wonder helemaal niet gesloten blijkt te zijn! Aangezien Momo zelf niet meer geheel nuchter is, neemt zijn Nederlandse partner het organiseren voor zijn rekening en is alles binnen 15 minuten netjes geregeld. |
||
Dag 11 Trek Isalo NP |
|||||
- Canyon des Singes, Isalo |
|||||
De volgende ochtend vroeg vertrekken we meteen richting
Isalo (spreek uit: Isjáloe), een groot en bekend park in het zuidwesten. Na de uitputtingsslag van gisteren is het moeilijk wakker
worden, maar als we richting de Canyon des Singes lopen gaan onze oogjes
al snel wijd open. Isalo is een park waar achter elke bocht en aan het
eind van elke klauterpartij een prachtig panorama verborgen ligt. De
mooiste uitzichten zijn wat mij betreft vanaf het plateau bij de Canyon des
Singes te zien, waar je meestal alleen komt als onderdeel van een meerdaagse trek.
Een bekend onderdeel van Malagasy cultuur is het systeem rond fady, wat letterlijk vertaald op "taboe" neerkomt. Het is een mix van gedragingen en daden die niet alleen taboe, maar ook als onverstandig worden gezien omdat je zo onheil over jezelf kunt afroepen. Het wordt algemeen als dom en respectloos beschouwd om hier bewust geen rekening mee te houden, al wordt er voor Vazaha die per ongeluk de fout in gaan meestal een uitzondering gemaakt. Het systeem van fady hangt nauw samen met wijze waarop voorouders worden gezien en vereerd en is veel te complex om eventjes uit te leggen. Over het algemeen beschouwt men het wijzen met gestrekte vinger naar iets of iemand als fady en onbeleefd. Dat geldt met name wanneer het gaat over gebouwen of sites van historisch/cultureel belang zoals de verschillende Rova's, en gebieden waar graven van voorouders zich zouden kunnen bevinden in het bijzonder. In heel Tsingy de Bemaraha, maar ook hier in Isalo kun je je wijsvinger dus maar beter binnenboord houden, wat we dan ook ijverig proberen. Nu, maanden later, wijs ik onbewust nog altijd met de knokkel van mijn wijsvinger of met de vlakke hand... Het lunchpakket is, geheel in de stijl van Madagascar, een stokbroodje zebu & een stokbroodje ei en dit eten we op de rand van het plateau op, met 360° uitzicht. Van alle watervallen en poelen die we de rest van de middag aandoen, vinden we vooral de Cascade des Nymphes erg mooi. Als we eenmaal op de kampeerplek aankomen hoeven we niets meer te doen; de tent staat al en de koks zijn al bezig met het 3 gangen diner. Vakantie! |
|||||
Cascade des Nymphes |
Ringstaartmaki |
||||
Dag 12 Trek Isalo NP |
||||
's Ochtends moet er eerst een aardig stukje geklommen
worden voor we weer op het plateau staan. De temperatuur stijgt snel, wat
het klimmen en lopen over de vlakte soms vrij uitputtend kan maken. Na een
paar uur komen we bij de befaamde piscine naturelle, die helaas tot een soort
zandbank is dichtgeslibt. Er zit dus geen verfrissende zwempartij voor ons
in. Onze gids Coco vertelt dat hij en zijn collega's waarschijnlijk binnenkort het zand weer uit
de piscine zullen scheppen. Op die manier doet het wel afbreuk aan de naam
"piscine naturelle"... Net als gisteren geeft Coco bij elk plantje en beestje tekst en uitleg. Net als andere gidsen in andere parken weidt hij vooral uit over alle "medicinale planten" die alomtegenwoordig zijn. Bij Aloë Vera kunnen we ons nog wel wat voorstellen, maar planten die kanker kunnen genezen...? Zoals we van hem begrijpen wordt nog relatief vaak op deze tradionele manier geneeskunde bedreven, wat vast ook samenhangt met de schaarse beschikbaarheid van moderne/westerse geneeskunde. Vroeg in de middag komen we weer aan in Ranohira en lunchen we bij Momotrek. Gelukkig laten we ons overhalen om deze zondag niet meer naar Ihosy te gaan en chillen we de rest van de dag in een van de mooie bungalows van Chez Momo (compleet met voortuintje). |
||||
Hee; toeristen! |
Piscine naturelle |
|||
Dag 13 Reis Ranohira - Ihosy - Ambalavao |
|||||||
- Potje petanque in de namiddag, Ambalavao |
|||||||
Om te voorkomen dat we ergens tussen Ambalavao en
Fianarantsoa zonder geld komen te zitten, willen we vandag eerst in Ihosy
(spreek uit: Ijóesj) onze laatste euro's omwisselen. Jaco, die ook onze trek door Isalo
regelde, biedt aan om ons mee te nemen als hij en zijn gezin deze ochtend
richting Tana vertrekken. Een geweldig aardig aanbod (!), waarmee een hoop
onzekerheid over de haalbaarheid van het doorreizen naar Ambalavao wordt
weggenomen. Met de taxi brousse weet je het maar nooit... We horen dat
Jaco er door sommige dorpelingen wel op aangekeken wordt dat hij ons zomaar meeneemt en de taxi
brousse dus klanten misloopt. Sowieso viel het ons op dat "men" in
Ranohira bovengemiddeld goed wist welke toeristen waar naar toe gingen en
daar continu op in probeerde te spelen. Als de bankzaken voor elkaar zijn nemen we afscheid van Jaco en lopen over de markt naar het taxi brousse station. En dan is het weer wachten geblazen. Onze tassen zijn al op het busje gehesen, als deze plotseling wegrijdt...waar naartoe? Wat in Peru of Guatemala waarschijnlijk zou betekenen dat je je tas nooit meer terug ziet, is hier de normaalste zaak van de wereld. Meestal blijft het busje een uurtje of zo weg, om volgeladen met mensen en (o.a. jouw) bagage weer op het station te verschijnen om je alsnog op te pikken. Het is een van de vele momenten van de reis dat we ons in Madagascar veel veiliger voelen dan, om maar een voorbeeld te geven, in Guatemala. |
|||||||
Markt in Ihosy; iemand interesse in 2e hands sleutels? |
Landschap tussen Ihosy en Ambalavao |
Ambalavao |
Taxi brousse station - stoffige chaos |
Spelend meisje |
Antaimoro papierfabriek |
||
Na een ritje door het prachtige landschap tussen Ihosy en Ambalavao, komen we in de loop van de middag in de laatstgenoemde plaats aan. We nemen een kraakheldere kamer in de bekendste tourist trap van het stadje, compleet met lunchende tourbusgangers. De hotels in Madagascar geven ons inziens over het algemeen veel waar voor je geld, en dit hotel is zeker geen uitzondering. De rest van de middag slenteren we wat door het stadje, waarbij vooral de korte broek van Anne tot wijzen en schaterend gelach leidt. Ja, ook onze benen zijn wit. |
|||||||
Dag 14 Anja Reserve, reis Fianarantsoa |
||||||
- In die andere boom is het toch leuker |
||||||
Het lijkt een goed en haalbaar plan om 's ochtends
eerst naar het Anja Reserve te gaan en in de loop van de dag verder te
reizen naar Fianarantsoa. Om 8 uur lopen we het taxi brousse station op,
vastberaden om de eerst vertrekkende bus te nemen. En weer lopen we weer
tegen dezelfde problemen aan: de gang van zaken is voor ons ongeoefende
oog totaal chaotisch en ondoorgrondelijk. Het lijkt daarnaast niet mogelijk om objectieve
informatie te krijgen en de bussen vertrekken vaak heel lang niet en dan
ineens allemaal tegelijk. Uiteindelijk duurt het 3,5 uur voordat het busje
eindelijk Ambalavao verlaat en we vervolgens 10 minuten later op de plek
van bestemming zijn. Lopen zou sneller zijn geweest. Het Anja Reserve bestaat uit een stuk bos vol maki's dat door locals wordt beheerd. Het verhaal gaat dat een van de plaatselijke gidsen de bevolking wilde laten zien hoe de gemeenschap uiteindelijk beter af kon zijn door een stuk bos te behouden, in plaats van het gebruikelijke kappen en tot houtskool verwerken. Dit lijkt aardig te lukken. We worden door een enthousiaste dorpsbewoner rondgeleid, die ons de groepen ringstaartmaki's een voor een aanwijst. De maki's maken het hem niet erg moeilijk, zo gewend aan mensen als ze zijn. De zwart-witte staarten bungelen regelmatig binnen handbereik! |
||||||
Anja Reserve |
Ringstaartmaki - de handjes waren de inspiratie voor E.T. |
Aangenaam |
Ambalavao |
|||
Met angst en beven zien we de terugreis tegemoet; afgaand op onze ervaringen van vanmorgen gaat dat een nog een langdurige onderneming worden. Niets is echter minder waar; we zitten nog geen minuut langs de RN7 als een Landcruiser met wat Malagasy erin stopt die ons wel wil meenemen! "Hoe veel wil je betalen?", vraagt de bestuurder. Met het taxi brousse tarief in het achterhoofd stel ik AR 5000 (€1,70) voor. "Eh...OK!", zegt de bestuurder, verrast over mijn kennelijk erg genereuze voorstel. Even later blijkt hij zelfs helemaal tot Fianar door te rijden en we gaan weer in onderhandeling over de prijs. Mijn aanbod van AR 20.000 (goedkoper dan de taxi brousse voor 2 en veeeel comfortabeler en sneller!) doet hem zowat de tranen in de ogen springen. We begrijpen er niets van, maar kunnen ons geluk niet op! Later komt de aap uit de mouw; hij rijdt huurauto's die een enkele reis gehuurd zijn weer terug naar Tana en alles wat hij tijdens zijn reis extra bijschnabbelt gaat netto zijn zak in. Hoeft de baas niets van te weten. Negentig minuten later stappen we in Fianar uit; voor ons gevoel hebben we records gebroken! We zijn zelfs nog op tijd voor een hoognodig bankbezoek. Met een halve kilo papiergeld in de rugzak lopen we wat over de markt en boeken we een tour voor morgen bij het Tsara Guesthouse. In dit zelfde hotel eten we later ook en maken we nog maar een keer kennis met de rijke en gevarieerde Malagasy keuken, vol Aziatische en Afrikaanse invloeden. |
||||||
Dag 15 Trek Ilalazana en Fianarantsoa |
|||||
- Zebu-herder, Ilalazana |
|||||
We worden vroeg opgepikt bij ons hotel om het gebied rond
Fianar te verkennen; om precies te zijn het dorp Ilalazana en de
mysterieus klinkende "verborgen kapel". Serge is onze gids en zijn
aanstekelijke enthousiasme zorgt voor vrolijke gezichten aan onze kant,
ondanks het af en toe stevige klimmen en de snel stijgende temperatuur. We
beginnen tussen de rijstvelden en -terrassen, maar als we hier en daar wat
Betsileo huisjes tegenkomen wordt het echt bijzonder. Er schijnt hier -
tot onze verbazing - slechts een handjevol blanken per jaar te komen. Net
als in het Sakalava gebied tussen Bekopaka en Belo merken we dat
duidelijk; de locals zijn even verlegen en nieuwsgierig naar ons als wij
naar hen en dat maakt het tot een bijzondere en authentieke belevenis.
Tsara be, tsara be... De verborgen kapel ligt bovenop de hoogste top en is gemaakt onder een gigantisch rotsblok dat, gesteund door kleinere stenen, anderhalve meter boven de grond hangt. Deze christelijke kapel was een geheime ontmoetingsplek ten tijde van de beruchte koningin Ranovalona, die onder andere het christelijke geloof verboden had. |
|||||
|
Even genieten van het uitzicht |
Verlegen en nieuwsgierig tegelijk |
Haute Ville - Fianarantsoa |
||
Na nog een paar mooie momenten in deze prachtige omgeving komen we ergens in de buitenwijken van Fianar aan. De tour zit erop, maar Serge stelt voor om ook nog even naar Haute Ville, de oude bovenstad te gaan. Hij legt ons van alles uit over de speciale status en culturele waarde van de bovenstad; een verzameling kerken en schattige huisjes. Als toppunt van service stelt Serge ook nog voor om ons naar het station te brengen om de kaartjes te kopen. Aan het eind van de middag bedanken we hem uitvoerig voor de geweldige dag; achteraf beschouwd een van de mooiste momenten van contact met de Malagasy. |
|||||
Dag 16 Trein Fianarantsoa - Manakara |
|||||||
- Onderhoud van ProRail niveau |
|||||||
De dag begint vroeg als we ons klaarmaken voor de treinreis
naar Manakara aan de oostkust. Deze spoorlijn was lang de enige
overgebleven werkende treinverbinding in heel Madagascar, al worden
inmiddels meerdere lijnen in ere hersteld. De trein rijdt 3x
per week heen en 3x per week terug tussen Fianar en Manakara en is voor
sommige dorpjes de beste verbinding met de buitenwereld. Ondanks deze vrij frequente dienstregeling,
zie ik de hele reis lang een bijzonder
tafereel: een of enkele hutjes in de verte, met schijnbaar alle bewoners
van jong tot oud die, netjes in een rijtje opgesteld, speciaal naar het passeren van de trein staan te
kijken. We krijgen veel trein voor ons geld; de reis van een dikke 200 kilometer duurt inclusief vertragingen maar liefst 13 uur! Die tijd is gevuld met 19 haltes op kleine en nog kleinere stations, rijst- en theevelden, regenwoud, gezellig kletsen met onze Australische overburen Jemma en Kylie, maar vooral veel, heel veel gehobbel. |
|||||||
Langzaam komt de trein uit de remise |
Even de elektriciteit "aansluiten" |
Een van de kleine stationnetjes |
Wat duurt dat rangeren láng! |
||||
Tegen de tijd dat we eindelijk in Manakara aankomen is het helaas alweer donker en blijken veel hotels al vol te zitten. Het duurt dan ook even voordat we er eentje hebben gevonden. Volgens onze reisgids zou het moeilijk zijn om vanuit Manakara per taxi-brousse naar Ranomafana te reizen. Gelukkig blijkt dit een geval van achterhaalde informatie dat eens een keertje in ons voordeel werkt. De RN naar Ranomafana is een paar jaar geleden verbeterd, waardoor het uiteindelijk via de serveerster en haar mobieltje zelfs om 21:00 nog lukt om alvast een plaatsje te reserveren. Manakara schijnt bekend te staan om het hoge aantal nachtelijke diefstallen uit hotelkamers; we letten 's avonds extra op of alle ramen en deuren goed dichtzitten. Schijnveiligheid, maar wat kun je meer doen? Tijdens onze reis horen we meer verhalen van dezelfde strekking en spreken we mensen die bijvoorbeeld tijdens een overnachting in een dorpje door insluipers (geweldloos, maar toch) van digitale camera's en andere waardevolle bezittingen zijn beroofd. |
|||||||
Dag 17 Reis Manakara - Ranomafana |
|||||
- Reizigerspalm, het symbool van Madagascar. |
|||||
's Ochtends begint het "wanneer vertrekt onze
taxi-brousse nou"-spelletje weer. Gelukkig duurt het allemaal niet héel
erg lang en als we eenmaal op weg zijn gaat het zelfs snel. We pauzeren en
lunchen in Irondro, waarna we snel verder rijden naar Ranomafana. Eindelijk
komen we eens een keertje om 15:00 ergens aan; het is na Fianar en Belo
pas de 3e keer dat we voor het donker op de eindbestemming zijn. We merken
duidelijk hoe belangrijk het is om een beetje te kunnen acclimatiseren en
op je gemak je nieuwe omgeving te kunnen verkennen. We nemen een ongekend schone cabin in het Chez Gaspard van waaruit we het kabbelen van de rivier kunnen horen. De rest van de middag lopen we wat door Ranomafana, kopen wat spulletjes op de markt en verwerken we een ananas tot blokjes op het stoepje voor onze cabin. We hebben het meteen naar onze zin in Ranomafana! |
|||||
Op weg naar Ranomafana |
Meer dan een lege plastic fles heb je niet nodig als speelgoed |
Plaatselijke supermarkt |
|||
Dag 18 Ranomafana |
||||||
- Greater Bamboo Lemur, Parc National Ranomafana |
||||||
Net als in Isalo en Bemaraha is ook in Ranomafana een gids
verplicht. De paden door het bos zijn af en toe zo onduidelijk en lopen
kriskras door elkaar, zodat je ook echt niet zonder kunt. Door het park heen
lopen diverse mannetjes rond die continu de groepen lemurs in de gaten
houden en hun locatie doorbellen aan de gidsen. Zo krijgen we veel en veel
verschillende lemuren en sifaka te zien; de beroemde Golden Bamboo Lemur,
de Brown Fronted Lemur, de Milne-Edwards sifaka en nog een boel andere soorten
die ik ondanks hun schattigheid vergeten ben. Wel een beetje jammer dat je
er doorgaans met minimaal 20 man naar staat te kijken en wijzen, maar het is
beter dan geen lemurs tegenkomen! 's Avonds strijken we neer op de veranda van het Manja hotel, waar we geheel toevallig onze vrienden uit de trein, Jemma en Kylie, weer tegenkomen. Gezellig met z'n viertjes genieten we van het eten en meer dan éen THB! Uiteindelijk komen we terecht in de feestzaal van het dorp, een soort grote schuur, waar de voetbalclub een fundraiser organiseert om op trainingskamp naar Manakara te kunnen. Ook al is het nog niet zo druk, toch is het geweldig om hier als enige vazaha bij te zijn! |
||||||
Golden Bamboo Lemur |
Greater Bamboo Lemur |
Paradijsvogel |
Voetballen met een meloen |
Dorpsfeest |
||
Dag 19 Reis Ranomafana - Ambositra |
|||||
- 30km/h is toch best snel als die wieltjes er plotseling onder uit klappen... |
|||||
's Ochtends ritselen we een taxi-brousse die, zo blijkt,
hoofdzakelijk de audioinstallatie van het feest van gisteravond weer naar
Fianarantsoa vervoert. Met hobbelende geluidsboxen op het dak bereiken we
al gauw de RN7, waar onze chauffeur een van zijn collega's die van Fianar
naar Ambositra gaat belt en ervoor zorgt dat we aan de kant van de weg
kunnen overstappen. Hendig! Zo zie je maar weer; voor elke keer dat er
iets geritseld wordt en het helemaal niet zo gunstig blijkt te zijn, staat
ook een keer dat je er écht wat aan hebt.
Hoewel het geregeld iets té gezellig wordt in de taxi-brousse (21 passagiers op 10 officiële zitplaatsen), vinden we het allemaal best. Mooi op tijd komen we in Ambositra (spreek uit: "Ambóestr") aan en nemen een kamer in hotel Jonathan. Ambositra is duidelijk een bestemming waar veel toeristen komen, want er komen weer direct allerlei mannetjes op ons af die vanalles willen regelen voor ons. Heerlijk eigenwijs zoeken we zelf het Maison des Guides en regelen een wandeltocht voor de volgende dag naar de Zafamaniry dorpjes Antoetra (spreek uit: "Antwétr") en Sakaivo. Ambositra en de omliggende streek valt ons op door de prachtige - en in onze ogen typisch Malagasy - combinatie van mooie heuvels, helgroene rijstvelden en rode lemen of bakstenen Betsileo huisjes. De hoofdweg van het stadje zelf is natuurlijk chaotisch, maar net daarbuiten heeft Ambositra ook een beetje de charme van bijvoorbeeld Ambalavao. |
|||||
Ambositra |
Ambositra |
Betsileo huizen tussen Fianarantsoa en Ambositra |
|||
Dag 20 Trek Antoetra - Sakaivo |
||||||
- Village de Sakaivo |
||||||
Het is heel vroeg en nog donker als we richting Antoetra vertrekken. Terwijl de 4WD over de slechte weg hobbelt, zien we het langzaam
lichter worden en de combinatie van de opkomende zon en de typische mistbanken
geeft alles een magisch aanzien. In Antoetra stappen we
uit en gaan te voet verder. De eerste paar uur voert het pad over de
heuvels en als we bovenop de top van een granieten berg
staan, zien we voor het eerst Sakaivo diep in het dal liggen.
De lange afdaling gaat deels over de kale rotsen, die regelmatig spekglad zijn. Daar glij je dan over het graniet, omgeven door 100-meter-drops en met de wetenschap dat als je hiér iets breekt, hulp heel, heel ver weg is. Zelfs voor ons als doorgewinterde klauteraars is het soms net ietsje te spannend. Gelukkig zijn de dorpelingen druk bezig met het aanleggen van cementen tredes over de slechtste stukken, dus in de toekomst is het glippen en glijden op de rand van de afgrond hopelijk voorbij. |
||||||
Na het middaguur komen we aan in Sakaivo, waar we ontvangen worden door het dorpshoofd. We nemen plaats in de zithoek van zijn doorrookte huisje. Boven is de voorraadzolder, onder de trap zijn de hokjes voor de dieren, in de ene hoek wordt gekookt en de laatste hoek is de slaaphoek, waar ook het contact met de voorouders gelegd kan worden. Of we koffie willen, vraagt hij. De vereerde, respectvolle en beleefde Vazaha in ons doet ons "Ja, graag" zeggen, al heeft onze inwendige reiziger daar meer moeite mee. Men rommelt wat in pannetjes die ergens in de hoek, kennelijk op zoek naar geschikte koffie om ons voor te zetten. Het valt niet mee om voorzichtig te zijn met wat je eet of drinkt en tegelijkertijd de etiquette geen geweld aan te doen! Uiteindelijk komt de koffie kokend vanuit een ander hutje en genieten we van een lekker Malagasy bakkie pleur. De Zafamaniry stam staat bekend om het houtsnijwerk en dat begint met het versieren van de huizen. De diverse patronen in de rijk versierde luiken en deuren hebben allemaal een betekenis als "huwelijk", "voorspoed" of "arbeid". Van oudsher worden de huizen zonder spijkers of schroeven gebouwd (!), al wordt hier tegenwoordig af en toe tegen gezondigd. Geen kleine prestatie, want de huizen zijn zo stevig dat ze de cyclonen van de regio kunnen doorstaan. |
||||||
7:00 's ochtends |
Sakaivo |
Op bezoek bij de dorpsoudste |
Nieuwsgierig |
|||
In Antoetra heeft men schijnbaar halsreikend naar onze terugkeer uitgekeken en we worden direct naar een van de workshops gedirigeerd. Op papier is het een goed idee om spullen bij de maker te kopen en zo de lokale economie maximaal te stimuleren. Echter, in Antoetra is men zo opdringerig en zijn de prijzen zo hoog, dat we hier meteen spijt van krijgen. In een land dat steeds meer en meer getekend wordt door niet-duurzame houtkap (meestal voor houtskool, maar ook voor huizenbouw en in dit geval voor de toeristenindustrie) voelt het niet goed om hier aan bij te dragen. Toch kunnen we het niet laten om een paar kleine (prachtige) dingen uit te zoeken. | ||||||
|
||||||
Dag 21 Reis Ambositra - Andasibe |
||
Vandaag zijn we goed aan de beurt; in een vlaag van
overmoed en vanuit de wens om lekker lang in Andasibe te kunnen zijn,
willen we in 1 dag met de taxi brousse van Ambositra naar Andasibe reizen.
Op de kaart ziet de L-vormige route er kort genoeg uit, maar vooral
vanwege de overstap in Tana weten we inmiddels dat we om problemen vrágen. De eerste helft verloopt voorspoedig; we hobbelen over de RN7 en genieten van het prachtige landschap tussen Ambositra en Antsirabe in. Helaas hebben we geen tijd om laatstgenoemde stad aan te doen. Vroeg in de middag komen we op het zuidelijke taxi-brousse station van Tana aan. De laatste honderd meter rennen er een paar mannetjes mee die, vanwege onze blanke koppies, hun zinnen op onze klandizie hebben gezet. Met een beetje onderhandelen komen we tot een reëele taxiprijs en vertrekken we richting het oostelijke station. Na 200 meter geeft de afgeragde Peugeot 504 de geest en - na de vriendjes van de chauffeur duidelijk te hebben gemaakt dat we niet op reparatie gaan wachten - zoeken we een nieuwe. |
||
De Lonely Planet noemt het oostelijke station als primair vertrekpunt voor reizen naar Toamasina, Brickaville en Andasibe, maar ook dit is kennelijk niet zo eenduidig als we dat van thuis uit gewend zijn. Uiteindelijk boeken we zuchtend maar een van de 20 taxis brousses die allemaal op het zelfde (late) moment oostwaarts zullen vertrekken. Eenmaal op weg vragen we de chauffeur wel 3 keer of hij ons s'il vous plait op de splitsing naar Andasibe uit wil zetten, maar zelfs op zo'n duidelijke en ondubbelzinnige vraag komt geen (begrijpelijk) antwoord. Gelukkig kunnen we zelf ook nog kilometerpaaltjes tellen en weten we waar de splitsing ongeveer zou moeten zijn. Het is een bijzondere ervaring om in centraal Madagascar, in het stikdonker langs de kant van de weg te staan en de rode achterlichten van de taxi brousse langzaam in de verte te zien verdwijnen. Hup, rugzak op de rug, daypack op de buik en lopen maar (en hopen dat het kleine kaartje in de gids klopt). Hôtel Feon'ny Ala is niet alleen het eerste hotel dat we tegenkomen, maar straalt meteen iets heel prettigs uit. Er is nog een cabin vrij en we kunnen zelfs nog wat eten in het restaurant. Pfff, we zijn er... |
||
Dag 22 Andasibe NP |
|||||
- Diademed Sifaka, Andasibe |
|||||
's Ochtends is het eerste wat ik buiten hoor niet de
illustere roep van de Indri Indri, maar de zeer herkenbare
schaterlach van... Jemma! Wederom is het ons niet gelukt om ze af te
schudden, hetgeen we vieren met een gezellig gezamenlijk ontbijt! Ze zijn
hier al een paar dagen en hebben nog een goede tip voor een gids voor een
nachtelijke excursie door het bos. Met een andere gids betreden we het Parc National Andasibe en is het even spannend of en wanneer we de hoofdattractie van het park zullen tegenkomen: de Indri Indri, ook wel Babakoto genoemd. "Indri" betekent "kijk daar (boven)" in het Malagasy en de legende vertelt dat toen een Europese explorer voor het eerst oog in oog met het dier kwam zijn plaatselijke gids "Indri! Indri!" riep ("Kijk snel daar boven Witmans, voordat ie wegspringt!!"). De betreffende explorer meende kennelijk dat dit de officiële naam van het dier was en noteerde dit vlijtig. |
|||||
Diademed Sifaka's |
Ja, ik woon hier |
Mouse Lemur, 10cm lang |
Wist u dat...kameleons 's nachts wit zijn? |
||
De Indri Indri is familie van de lemuren, maar is door diverse kenmerken toch net ietsje anders dan de "doorsnee" lemur. Misschien is het de indringende blik van het dier, of de pluizige oortjes die zo uit de poppenstudio van Jim Henson afkomstig lijken te zijn. Misschien is het de kwetsbaarheid en bedreigde status van het dier, dat nog het meest lijkt op een kruising tussen een koala, een panda, E.T. en een stuiterbal. Nee, het komt toch vooral door de bizarre roep van de Indri Indri, die kilometers ver draagt en veel weg heeft van een ballon waar de lucht snerpend uit ontsnapt. Maar dan veeeel harder. Ook in het hart van de beroemde David Attenborough, die veel documentaires over Madagascar heeft gemaakt, neemt de Indri Indri een bijzondere plek in. En dan zien we ze ineens! We staan recht onder een groepje pluizige mini-panda's die hun bizarre geschreeuw naar de overburen afwisselen met verbaasde blikken naar het zich vergapende publiek. Maar Andasibe heeft meer te bieden dan alleen Indri Indri's; ook de groepen diademed sifaka zijn prachtig. 's Avonds volgen we Mary op een excursie om alle nachtdieren te kunnen zien; het is onvoorstelbaar hoe ze zelfs de kleinste mouse lemurs en woolly lemurs op tientallen meters afstand in het pikdonker weet te ontdekken. |
|||||
Dag 23 Andasibe NP |
|||||
- Red Fronted Brown Lemur, Andasibe |
|||||
's Ochtends gaan we op ons gemak weer naar het park en
kunnen we de alles afstrepen wat gisteren net niet lukte; nog meer Indri
Indri's en diademed sifaka's van nog dichterbij, Parson's Chameleons,
ijsvogels (ja, die hebben ze daar ook) en allerlei nachtdieren die overdag
ergens in de boomkruinen een gat in de dag slapen. Op 10 kilometer van het hotel ligt de Vakona Lodge; het plaatselijke "dure" hotel dat veel Amerikanen op bliksembezoek schijnt te ontvangen. Deze lodge exploiteert een eilandje waar het lemuren opvangt die bijvoorbeeld huisdier zijn geweest en nu niet meer kunnen worden uitgezet. De lemuren durven niet over de slotgracht heen en zijn hartstikke tam. Ons ongemak over het feit dat dit weer past bij de teloorgang van het rauwe natuurlijke Madagascar wordt gesust door de wetenschap dat de dieren het nu in ieder geval beter hebben dan in hun eerdere bestaan. Alleen de diademed sifaka die per ongeluk het eiland opgelopen is en nu niet terug kan is wel zielig, zo zonder zijn soortgenoten. Het eiland is een leuk idee voor iedereen die wel eens een lemur in zijn nek wil hebben of een sifaka wil aaien (net een hele fluffy, gespierde kat). En wie een lemur een handje wil geven hoeft alleen een stukje banaan in de knuist te houden en te wachten tot het uit je vingers gepeuterd wordt. |
|||||
De panda-look |
Eastern lesser bamboo lemur |
Black and white ruffed lemur |
|||
Dag 24 Reis Andasibe - Antananarivo - Schiphol |
||
En dan zit de reis er ineens weer op! We houden de taxi
brousse op de hoofdweg aan, staan de 25 kilometer tot Moramanga letterlijk
als haringen in een tonnetje achterin het busje, en stappen over naar
Tana. "Helaas" sluiten de taxis brousses goed op elkaar aan, loopt alles
gesmeerd en komen we veel te vroeg aan. Oefening baart kunst zullen we
maar zeggen. Voor de zoveelste keer nemen we maar weer plaats op de
keiharde houten stoelen van Tana International Airport en wachten we op
onze Air France vlucht.
Als tegen middernacht in de vertrekhal onze ogen langzaam dichtvallen, dromen we van onze reis door Madagascar... |
||